Veel vrouwen die ik in mijn praktijk ontmoet, vertellen dat ze het moeilijk vinden om grenzen aan te geven. Ze zeggen ja terwijl ze eigenlijk nee bedoelen. Ze nemen verantwoordelijkheden op zich die te zwaar voelen, en ze zorgen vaak beter voor anderen dan voor zichzelf. En als ze dan toch een keer nee zeggen, voelen ze zich daar schuldig over. Herken je dat?
Het voelt vaak alsof je de ander teleurstelt wanneer je jouw grens aangeeft. Alsof jij degene bent die moeilijk doet, terwijl je eigenlijk gewoon goed voor jezelf probeert te zorgen. In dit blog wil ik je meenemen in waarom grenzen zo lastig zijn, hoe je lijf vaak sneller weet wat je nodig hebt dan je hoofd, en hoe grenzen aangeven juist kan zorgen voor meer verbinding in plaats van afstand.
Waarom grenzen zo moeilijk zijn
Grenzen zijn eigenlijk een manier om jezelf te beschermen. Ze geven aan waar jouw ruimte begint en eindigt. Toch leren veel vrouwen al jong dat het veiliger is om zich aan te passen: niet te veel vragen stellen, niet lastig doen, vooral rekening houden met de ander. Pleasen wordt een overlevingsstrategie die zekerheid geeft.
Dat patroon neem je vaak mee in je volwassen leven. Je zegt ja tegen extra werk, je past je aan binnen relaties, je stelt de behoefte van de ander boven die van jezelf. Dat voelt misschien even veilig, maar kost op de lange termijn veel energie. En het leidt er vaak toe dat je niet meer goed weet wat je zelf nodig hebt.
Wat je lijf aangeeft
Je lichaam is vaak eerlijker dan je hoofd. Waar je hoofd redeneert: “Kom, het is niet zo erg, ik kan dit er ook nog wel bij hebben,” geeft je lijf signalen van spanning. Misschien voel je een knoop in je maag als je eigenlijk nee wilt zeggen. Misschien merk je dat je schouders zich optrekken, dat je ademhaling hoog zit, of dat je ineens sneller boos of geïrriteerd reageert.
Dat zijn allemaal signalen dat er een grens geraakt wordt. Het mooie is: je hoeft je grens niet meteen perfect te verwoorden of in actie te brengen. Het begint met leren luisteren naar deze signalen en erkennen: mijn lijf vertelt me iets belangrijks.
Hoe grenzen juist verbinding geven
Veel vrouwen zijn bang dat grenzen afstand scheppen. Dat iemand je egoïstisch vindt, of dat de relatie beschadigt. Maar grenzen geven vaak juist duidelijkheid. Wanneer jij eerlijk aangeeft waar jouw ruimte ophoudt, weet de ander waar hij of zij aan toe is. Dat voorkomt spanning, misverstanden of ingehouden boosheid.
Grenzen geven is niet hard of kil. Het is een manier om jezelf en de ander serieus te nemen. Het kan zelfs de verbinding verdiepen, omdat je vanuit eerlijkheid en respect met elkaar omgaat.
Een oefening
Denk eens terug aan een situatie van afgelopen week waarin je eigenlijk nee wilde zeggen, maar ja zei.
-
Schrijf op wat er toen in je lijf gebeurde. Waar voelde je spanning?
-
Welke gedachte kwam op? Misschien iets als: “Ze zullen me zwak vinden” of “Anderen hebben me nodig.”
-
Stel je nu voor dat je diezelfde situatie opnieuw kon beleven. Welke woorden zouden je grens duidelijk maken, zonder verwijt naar de ander?
Schrijf een zin op die voor jou haalbaar voelt. Bijvoorbeeld: “Ik merk dat dit nu te veel is voor mij, dus ik kan het niet doen.”
Tot slot
Grenzen aangeven is geen knop die je omzet, maar een proces van bewustwording en oefenen. Elke keer dat je luistert naar de signalen van je lijf en een kleine stap zet om jezelf serieus te nemen, geef je je systeem een signaal: ik ben veilig, ik mag er zijn, mijn grenzen doen ertoe.
En dat is misschien wel de grootste winst: dat je niet alleen grenzen aangeeft naar anderen, maar vooral naar jezelf uitstraalt dat je waardevol bent.
Meer weten?
Wil je meer leren over hoe je kunt leren luisteren naar je lijf als het gaat over grenzen?
Ik geef hier deze maand een workshop over.
Reactie plaatsen
Reacties